AB | 25:19 Het gebeurde nu na die plaag, 26:1 |
SV | Het geschiedde nu na die plaag, dat de HEERE sprak tot Mozes, en tot Eleazar, den zoon van Aaron, den priester, zeggende: |
WLC | וַיְהִ֖י אַחֲרֵ֣י הַמַּגֵּפָ֑ה׃ וַיֹּ֤אמֶר יְהֹוָה֙ אֶל־מֹשֶׁ֔ה וְאֶ֧ל אֶלְעָזָ֛ר בֶּן־אַהֲרֹ֥ן הַכֹּהֵ֖ן לֵאמֹֽר׃ |
Trans. | 25:19 wayəhî ’aḥărê hammagēfâ 26:1 wayyōʾmer yhwh ʾel-mōše wĕʾel ʾelʿāzār ben-ʾahărōn hakkōhēn lēʾmōr |
Het geschiedde nu na die plaag, dat de HEERE sprak tot Mozes, en tot Eleazar, den zoon van Aaron, den priester, zeggende:
Zie hier voor een verklaring van de gebruikte coderingen.
Zie hier over het gebruik van de interlineair.
Het geschiedde nu na die plaag, dat de HEERE sprak tot Mozes, en tot Eleazar, den zoon van Aaron, den priester, zeggende:
____Zie de huisregels welk commentaar wordt opgenomen!